Het steunakkoord voor de Retailsector in deze Coronacrisis – d.d. 15 april 2020 – mr. K. Bastiaans

Op 10 april 2020 heeft het Ministerie van Economische Zaken samen met een
aantal verhuurders, retailers en banken een Steunakkoord bereikt met als
hoofddoel het creëren van een verdeling van de ‘financiële pijn’ tussen
‘retailers (en hun aandeelhouders), verhuurders, banken en overheid’.

Ondertekenaars van het akkoord zijn Detailhandel Nederland, INretail,
vastgoedorganisaties IVBN, Vastgoed Belang en VGO en het ministerie van
Economische Zaken. Ook de banken zijn van de partij, via de leden van de
commissie zakelijk vastgoed van ABN AMRO, Deutsche Bank, ING en Rabobank.

Het Steunakkoord bouwt voort op de gezamenlijke oproep van de partijen van
24 maart 2020. Het Steunakkoord richt zich op een vijftal pijlers:

– Een korte termijn verlichting voor de getroffen branches;

– Een veilige winkelopening en afspraken met retailondernemers;

– Transparantie betreffende de omzetderving;

– Mogelijk verlichting op de lange termijn;

– Support door zowel de overheid als door financiers.

Kort samengevat komt het steunakkoord op het volgende neer: indien
winkeliers gedurende de maanden april tot en met juni 2020 minimaal 25%
omzetderving ondervinden, als direct gevolg van de Coronacrisis, bestaat de
mogelijkheid om over die maanden de huurbetalingen (gedeeltelijk) op te
schorten.

De opschorting ziet op minimaal 50% van de huurprijs, waarbij het creëren
van verlichting voorop staat. Op grond van het akkoord is het mogelijk om
over te gaan tot een opschorting van 75 tot 100%, mits dit in alle
redelijkheid ook mogelijk is voor de verhuurder.

Het Steunakkoord merkt daarbij op dat voor een drietal retailers maatwerk
geboden is, mits er sprake is van een constructieve opstelling aan de zijde
van de retailer. Het betreft de volgende retailers:

– Internationale retailers;

– Retailers met vestigingen en formules in het buitenland;

– Retailers met een internationale aandeelhouder.

In de periode waarin de huur mag worden opgeschort, beloven de verhuurders
op hun beurt dat zij geen gebruik zullen maken van huuruitzettingen. In
hoeverre deze afspraak echt als een tegemoetkoming kan worden aangemerkt is
nog maar de vraag, aangezien een uitzetting in beginsel toch pas mogelijk
is na een huurachterstand van drie maanden.

Tegenover de toezegging dat de verhuurders de winkeliers niet uit zullen
zetten, staat de verplichting van de winkeliers om hun zaak zoveel mogelijk
open te houden om te trachten de omzet niet al te veel terug te laten
lopen.

Die maximale inspanning is extra van belang omdat een retailer alleen een
beroep op het Steunakkoord kan doen indien er sprake is van volledige en
controleerbare transparantie ten aanzien van zowel de omzet als ten aanzien
van het verlies van die omzet. Het omzetverlies heeft in ieder geval
betrekking op de zogenaamde ‘offline omzet’. Online omzet is volgens het
Steunakkoord onderdeel van het maatwerk.

Na die drie maanden wordt per retailer, per verhuurder en/of per locatie
bekeken wat het totale omzetverlies is geweest en of het mogelijk is om de
opschorting om te zetten in een ‘mogelijke kwijtschelding van
betalingsverplichtingen’; derhalve dus pas nadat de daadwerkelijk impact
van de Coronacrisis duidelijk is. Hoe een en ander in zijn werk zal gaan is
nu nog niet duidelijk; dit zal in mei nader worden besproken.

Voor wie is het Steunakkoord dan van toepassing? Dat blijkt niet duidelijk
uit het akkoord. Wel vermeldt het akkoord het volgende: ‘Huuropschorting
voor zoveel mogelijk Nederlandse retailers die een omzetdaling hebben van
minimaal 25% in April-Mei-Juni 2020.’

Wie valt nu onder het begrip ‘zoveel mogelijk Nederlandse Retailers’?
Kijkend naar de tekst van het Steunakkoord zou het voldoende moeten zijn
dat je retailer bent in de getroffen branche(s). Men zou zich dan ook op
het standpunt kunnen stellen dat het Steunakkoord van toepassing is op alle
getroffen retailers.

Concluderend: het Steunakkoord maakt het voor alle winkels die getroffen
zijn door de Coronacrisis mogelijk om over de maanden april tot en met juni
huuropschorting te krijgen van minimaal 50% tot maximaal 100%. Uiterlijk
eind mei zal een nadere evaluatie en uitwerking van vervolgafspraken tussen
partijen plaatsvinden. Maatwerk is mogelijk ‘per retailer, per verhuurder
en/of per locatie.’ Ten aanzien van het percentage huuropschorting wordt
voor beide partijen (retailer én verhuurder) rekening gehouden met zowel de
proportionaliteit als met de draagkracht. Men komt pas een beroep op het
tijdelijke opschortingsrecht toe indien er (i) sprake is van een
omzetverlies van minimaal 25% en (ii) dit aantoonbaar veroorzaakt is door
de Coronacrisis.

Saillant detail in het Steunakkoord: het betreft slechts een ‘gentlemen’s
agreement’. Individuele verhuurders die geen opschorting willen toekennen
of retailers die weigeren de huur te betalen vanwege de Coronacrisis, zijn
derhalve niet gebonden aan het Steunakkoord.

Het Steunakkoord rept met geen woord over de horeca. Steunakkoord of niet,
de huurproblematiek blijft in deze Coronacrisis voor alle ondernemers een
heikel punt.

Wilt u meer informatie over wat een mogelijke redelijke oplossing zou
kunnen zijn in uw branche of wilt u weten of er rechtsgeldig een beroep op
onvoorziene omstandigheden kan worden gedaan? Neem dan contact met ons op.

Klik hier voor het gepubliceerde artikel.

 

Mr. K. Bastiaans – franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt
u reageren? Ga naar bastiaans@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Ludwig & Van Dam in Distrifood over de toekomst van zelfstandig supermarktondernemers

Inmiddels staat bij veel winkeliers het water echter aan de ...

Geen standstill-periode bij voorafgaande samenwerking op basis van dezelfde formule

De rechtbank Den Haag heeft op 29 december 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:20931, ...

Ga naar de bovenkant