Artikel De Nationale Franchise Gids – “Corona-korting op huur” – d.d. 2 juni 2020 – mr. A.W. Dolphijn
Als een huurpand verplicht gesloten is vanwege corona, dan kan er sprake
zijn van een recht op huurprijsvermindering, aldus de rechtbank
Noord-Nederland.
De rechtbank Noord-Nederland heeft op 27 mei 2020 geoordeeld dat de huurder
terecht stelde dat sluiting van het gehuurde als gevolg van een
overheidsmaatregel een gebrek van het gehuurde kan zijn. De huurder kan
immers geen gebruik maken van dat wat hij huurde. De wet bepaalt dat bij
een gebrek de huurder in beginsel (met terugwerkende kracht) aanspraak kan
maken op huurprijsvermindering.
De betreffende kwestie zag op een situatie waarbij InBev huurder was van
een vastgoedbelegger, en InBev onderverhuurde aan een horecaondernemer.
Dergelijke constructies van in- en uithuur zijn ook bij
franchiseverhoudingen vaak aan de orde. InBev had aangeboden tweederde deel
van de huurprijs over april en mei te voldoen, waarna de horecaondernemer
(de onderhuurder) het restant van een derde deel over deze maanden zou
betalen aan de vastgoedbelegger. De vastgoedbelegger wilde dit niet en
vorderde in kort geding volledige en tijdige huurbetaling. De rechtbank
oordeelt dat InBev terecht stelt dat sluiting van het gehuurde als gevolg
van een overheidsmaatregel als een gebrek van het gehuurde te zien is. Mede
gelet op de onvoorzienbare omstandigheden, is recht op
huurprijsvermindering aan de orde. De vordering tot betaling van de
volledige huurprijs wordt daarom afgewezen. Afhankelijk van de specifieke
omstandigheden en de inhoud van de huurovereenkomsten kunnen overigens
uiteraard andere uitkomsten denkbaar zijn.
Zowel de franchisegever als de franchisenemer doen er goed aan gezamenlijk
op te trekken tegen de hoofdverhuurder, zoals de brouwerij en
horecaondernemer dat ook in onderhavige kwestie met succes deden. Samen
kunnen zij het overleg met de hoofdverhuurder aangaan om een redelijke
oplossing te vinden.
Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt
u reageren?Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten
Geen schending non-concurrentiebeding door franchisenemer – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 4 februari 2021
De rechtbank Rotterdam heeft op 20 januari 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:657 een ...
(Deels) overeenkomende activiteiten niet strijdig met non-concurrentiebeding – mr. R.C.W.L. Albers – d.d. 4 februari 2021
In een recente procedure werden een tweetal (voormalig) franchisenemers door ...
Rechtbank wijst baanbrekend vonnis: Huurvermindering in een bodemprocedure voor horeca-exploitanten als gevolg van de lockdown – mr. C. Damen – d.d. 1 februari 2021
Afgelopen woensdag werd voor het eerst een spraakmakende uitspraak gedaan ...
Artikel Franchise+ -De risico’s van een minimum omzetverplichting in de franchiseovereenkomst voor de franchisegever
Het opnemen van een minimum te behalen omzet in de ...
Artikel De Nationale Franchise Gids: “Minimum-omzet als prognose”
Al sinds jaar en dag is de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid ...
Artikel Franchise+ – “Franchisestatistieken 2019: afnametrend zet door, veroorzaakt door Wet Franchise?”- mr. J. Sterk, mr. M. Munnik en mr. J.A.J. Devilee
Ludwig & Van Dam advocaten publiceert sinds 2007 periodiek franchisestatistieken ...