Neem op tijd maatregelen m.b.t. uw werknemers bij het einde van de franchiseovereenkomst

Als u besluit om uw franchiseovereenkomst op te zeggen en er komt een einde aan de franchiseovereenkomst, is het van belang dat er ook een einde wordt gemaakt aan de lopende arbeidsovereenkomsten. Dit kan gebeuren door na overleg met de werknemer met wederzijds goedvinden uit elkaar te gaan. Een en ander dient daarna wel nog even schriftelijk vastgelegd te worden om problemen in toekomst te voorkomen. Dit is vanzelfsprekend de gemakkelijkste wijze om een einde aan een arbeidsovereenkomst te maken.

In veel gevallen zal de werknemer het echter niet eens zijn met zijn of haar ‘ontslag’. Dat verandert de zaak. Is dit laatste het geval dient allereerst nagegaan te worden of de arbeidsovereenkomst met de werknemer voor bepaalde of voor onbepaalde tijd is aangegaan om te weten welke actie ondernomen dient te worden. Indien er een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is, kan in het algemeen gewacht worden totdat er met het verstrijken van de tijd van rechtswege een einde aan de overeenkomst komt.

Op zich is het niet nodig om deze overeenkomst op te zeggen, maar het is wel zo netjes om de werknemer al van te voren te laten weten dat de overeenkomst niet verlengd zal gaan worden. Temeer omdat de werknemer een dag na het eindigen van de arbeidsovereenkomst niet aan het werk dient te gaan, omdat dan het risico bestaat dat de arbeidsovereenkomst stilzwijgend is verlengd voor dezelfde duur.

Dat zal niet zo snel het geval zijn wanneer al eerder is aangegeven dat de arbeidsovereenkomst niet zal worden verlengd. Een einde aan de arbeidsovereenkomst in verband met het einde van de franchiseovereenkomst, zal in het algemeen goed geaccepteerd kunnen worden. Of er eerder opgezegd kan worden, dus voor het officiële einde van de arbeidsovereenkomst, hangt af van het al dan niet bestaan van een beding in de overeenkomst die tussentijdse opzegging mogelijk maakt.

Vaak is er in dat geval wel een opzeggingstermijn opgenomen in de bepaling, waar men zich in principe aan dient te houden. Indien er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan kan niet zomaar worden opgezegd. Hiervoor is een vergunning nodig van het CWI (Centrum voor Werk en Inkomen). Wanneer de vergunning van het CWI wordt verkregen, mag met in achtneming van een opzegtermijn worden opgezegd. Vaak is de duur van de opzegtermijn één maand tegen het einde van de maand. Echter, de duur van de opzegtermijn houdt verband met hetgeen is afgesproken met de werknemer en de duur van het dienstverband tot dan toe. Nagegaan dient dus te worden wat de opzegtermijn in een individueel geval is. Omdat de procedure bij het CWI daarnaast zo’n zes tot acht weken in beslag neemt, betekent dit dat er tijdig voor het einde van de franchiseovereenkomst actie dient te worden ondernomen met betrekking tot het laten eindigen van de arbeidsovereenkomst(en).

Overigens behoeft bij de opzegging van de arbeidsovereenkomst met ontslagvergunning van het CWI in beginsel geen ontslagvergoeding te worden betaald, tenzij dat kennelijk onredelijk is. Ook wanneer wordt gekozen voor de weg van beëindiging van de arbeidsovereenkomst via de kantonrechter, dient rekening te worden gehouden met een bepaalde duur. Over het algemeen is de procedure van ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter sneller. Wellicht zal de kantonrechter sneller akkoord zijn met ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat vaak een schadevergoeding aan de werknemer wordt toegekend aan de hand van de zogenaamde kantonrechtersformule.

Duidelijk zal zijn dat wanneer er, anders dan bij faillissement, een einde wordt gemaakt aan de franchiseovereenkomst, er vaak ook op tijd (vaak al 6 maanden voor het einde van de franchiseovereenkomst) actie dient te worden ondernomen wat betreft de lopende arbeidsovereenkomsten.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Ludwig & Van Dam in Distrifood over de toekomst van zelfstandig supermarktondernemers

Inmiddels staat bij veel winkeliers het water echter aan de ...

Geen standstill-periode bij voorafgaande samenwerking op basis van dezelfde formule

De rechtbank Den Haag heeft op 29 december 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:20931, ...

Ga naar de bovenkant